Voor de werkgever
Per 1 juli 2015 gaat het nieuwe ontslagrecht in. In plaats van ‘gewichtige redenen’ om een dienstverband te beëindigen, krijgt u dan te maken met een gesloten systeem van acht ‘redelijke gronden’ van ontslag.
Redelijke gronden
Als werkgever kunt u een arbeidsovereenkomst opzeggen als daar een redelijke grond voor is. Die redelijke gronden komen alleen in beeld als de werknemer – al dan niet met behulp van scholing – niet kan worden herplaatst in een andere passende functie.
Let op!
Herplaatsing ligt overigens niet in de rede bij ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer.
In totaal zijn er vanaf 1 juli 2015 acht redelijke gronden voor ontslag:
- 1. verval van arbeidsplaatsen vanwege bedrijfseconomische omstandigheden of wegens het einde van de onderneming,
- 2. de werknemer is langer dan twee jaar ziek (arbeidsongeschikt) en er is geen uitzicht op herstel binnen 26 weken, ook niet in geval van arbeid in aangepaste vorm,
- 3. frequent ziekteverzuim, zonder hersteluitzicht binnen 26 weken en zonder de mogelijkheid van aangepast werk in die periode,
- 4. disfunctioneren van de werknemer ondanks een verbetertraject,
- 5. ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer,
- 6. het weigeren van arbeid door de werknemer vanwege ernstig gewetensbezwaar en er is geen aangepast werk,
- 7. ernstig verstoorde arbeidsverhouding,
- 8. andere redenen waardoor het niet van de werkgever kan worden verlangd om de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
Ontslagprocedure
Vanaf 1 juli 2015 bepaalt de reden van ontslag de te volgen route. Voor de eerste twee bovengenoemde gronden loopt de ontslagprocedure via het UWV. Voor alle andere gronden zult u zich moeten wenden tot de kantonrechter.