Onder de naam ‘Vertrouwen in de toekomst’ hebben VVD, D66, CDA en CU op 10 oktober 2017 het regeerakkoord 2017-2021 gepresenteerd.
Hieronder vindt u een samenvatting van de belangrijkste fiscale veranderingen.

Inkomstenbelasting

Vlaktaks met 2 schijven
Er komt een tweeschijvenstelsel met een basistarief van 36,93% voor inkomen uit werk en woning tot € 68.600 en een toptarief van 49,5% voor het meerdere. Omdat aow-gerechtigden geen aow-premie betalen blijven er voor deze groep drie schijven bestaan.

Bevriezen toptarief gedurende kabinetsperiode
Het eindpunt van de huidige derde schijf (de eerste schijf in de nieuwe tariefstructuur) wordt gedurende de kabinetsperiode bevroren op niveau van 2018. Dat betekent dat deze schijf eindigt op ca. € 68.600 gedurende de kabinetsperiode.

Alle aftrekposten geleidelijk naar basistarief
In 2020 wordt het aftrektarief waartegen aftrekposten aftrekbaar zijn voor alle aftrekposten gelijkgetrokken met het dan geldende aftrektarief van de hypotheekrente en met 3%-punt per jaar naar het basistarief afgebouwd. Het aftrektarief komt in 2021 op 43% uit. Uiteindelijk zullen de aftrekposten tegen 36,93% aftrekbaar zijn in 2024.

Verlagen Eigenwoningforfait (EWF)
Het deel van de opbrengst van de aftrekpostenmaatregel dat voortkomt uit een verlaging van het aftrekpercentage van de hypotheekrente wordt gebruikt om het EWF te verlagen met 0,15% tot 0,60% van de WOZ-waarde.

Geleidelijk afschaffen aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld (Hillen-regeling)
De aftrekpost voor geen of geringe eigenwoningschuld wordt gefaseerd afgeschaft (in 30 jaar). Dat betekent dat iedere woningbezitter die een geringe of geen eigen woningschuld heeft belasting gaat betalen over het eigenwoningforfait.

Heffingskortingen
Er komt een verhoging van de algemene heffingskorting met ca. € 350 in 2021. Daarnaast wordt de arbeidskorting ook verhoogd. De ouderenkorting wordt verhoogd met ca. € 160 en tegelijkertijd wordt er een geleidelijke inkomensafhankelijke afbouw geïntroduceerd. De opbouw van de inkomensafhankelijke combinatiekorting wordt ook gewijzigd.
In lijn met de afbouw van de uitbetaling van de algemene heffingskorting tegen het partnerinkomen wordt ook de uitbetaling van de inkomensafhankelijke combinatiekorting en arbeidskorting tegen het partnerinkomen afgebouwd.

Verhoging box 2-tarief
Vanwege de Vpb-tariefsverlaging wordt het box 2 tarief verhoogd naar 27,3% in 2020 en 28,5% vanaf 2021 met het oog op het ‘globaal evenwicht’.

Aanpassing box 3
Binnen de huidige systematiek wordt (gemiddeld) sneller aangesloten bij het werkelijke rendement door voor het rendement over het spaargedeelte gebruik te maken van actuelere cijfers. Het heffingsvrije vermogen wordt verhoogd naar € 30.000 (€ 60.000 voor paren).

BTW

Verhogen lage btw-tarief naar 9%
Het verlaagde btw-tarief wordt verhoogd van 6% naar 9%. De doorwerking van de verhoging van het btw-tarief op de uitgaven wordt verwerkt via de reguliere loon- en prijsontwikkelingssystematiek.

Loonbelasting

Beperken 30%- regeling naar 5 jaar
De looptijd van de 30%-regeling wordt verkort van acht naar vijf jaar.

Verruiming onbelaste vrijwilligersvergoeding
Aan vrijwilligers kan momenteel onder voorwaarden een bedrag van maximaal €1.500 per kalenderjaar als onbelaste onkostenvergoeding worden verstrekt. Dit bedrag wordt met € 200 verhoogd.

Evaluatie gebruikelijk loonregeling
De gebruikelijk loonregeling wordt geëvalueerd. Afhankelijk van de uitkomsten kan er een aanpassing plaatsvinden.

Wet DBA

De Wet DBA wordt vervangen. De nieuwe wet moet enerzijds (de inhuurder van) echte zelfstandigen zekerheid bieden dat er geen sprake is van een dienstbetrekking en anderzijds schijnzelfstandigheid (vooral aan de onderkant) voorkomen.

– Voor zzp-ers wordt bepaald dat altijd sprake is van een arbeidsovereenkomst bij een laag tarief in combinatie met een langere duur van de overeenkomst of een laag tarief in combinatie met het verrichten van reguliere bedrijfsactiviteiten. Wat een laag tarief is, wordt gedefinieerd als corresponderend met loonkosten tot 125% van het wettelijk minimumloon of met de laagste loonschalen in cao’s. Er wordt één tarief gekozen om voor de gehele markt de onderkant af te bakenen. Op basis van de gehanteerde argumentatie zal dit tarief vermoedelijk liggen in een bandbreedte tussen de 15 en 18 euro per uur. Een langere duur wordt gedefinieerd als langer dan drie maanden.

– Aan de bovenkant van de markt wordt voor zelfstandig ondernemers een ‘opt out’ voor de loonbelasting en de werknemersverzekeringen ingevoerd, indien er sprake is van een hoog tarief in combinatie met een kortere duur van de overeenkomst of een hoog tarief in combinatie met het niet verrichten van reguliere bedrijfsactiviteiten. Bij een ‘hoog tarief’ denkt het kabinet aan een tarief boven de 75 euro per uur. Een kortere duur wordt gedefinieerd als korter dan een jaar.

– Voor zelfstandigen boven het ‘lage’ tarief wordt een ‘opdrachtgeversverklaring’ ingevoerd. Deze geeft opdrachtgevers vooraf duidelijkheid en zekerheid bij de inhuur van zelfstandig ondernemers. Opdrachtgevers krijgen deze verklaring via het invullen van een webmodule. Met deze opdrachtgeversverklaring krijgt een opdrachtgever zekerheid vooraf van vrijwaring van loonbelasting en premies werknemersverzekeringen (tenzij de webmodule niet naar waarheid is ingevuld). In de webmodule wordt een aantal duidelijke vragen gesteld aan de opdrachtgever over de aard van de werkzaamheden.

– De markt krijgt de tijd om te wennen aan veranderde wet- en regelgeving. Het huidige handhavingsmoratorium wordt na invoering van de bovenstaande maatregelen gefaseerd afgebouwd. Na invoering van de nieuwe wetgeving geldt maximaal een jaar een terughoudend handhavingsbeleid (onder andere geen boetes na eerste controle), waarin de Belastingdienst een coachende rol heeft en partijen helpt bij de toepassing van de nieuwe regelgeving.

– Het kabinet gaat verkennen, ook in overleg met sociale partners en veldpartijen, of en hoe zelfstandig ondernemerschap via de invoering van een ondernemersovereenkomst een eigen plek zou kunnen krijgen in het burgerlijk wetboek. Dit zou de positie van zelfstandig ondernemers kunnen verhelderen en verstevigen.

– Tevens zal worden bezien hoe bij zelfstandigen de verzekeringsgraad voor arbeidsongeschiktheid kan worden verhoogd. Het kabinet zal in gesprek gaan met de verzekeraars om een beter verzekeringsaanbod te bevorderen.

Vennootschapsbelasting

Terugdraaien verlenging tariefopstapje BP2017 en verlaging van de VPB-tarieven
De stapsgewijze verlenging van de eerste schijf in de vennootschapsbelasting van € 200.000 naar € 350.000 (vanaf 2018, vastgelegd in Belastingplan 2017) wordt teruggedraaid waardoor de schijfgrens ook na 2017 € 200.000 bedraagt. De tarieven van de vpb worden beide met hetzelfde percentage verlaagd. In 2019 gaan de tarieven met 1%-punt omlaag, in 2020 met nog eens 1,5%-punt en in 2021 daarbovenop nog eens 1,5%-punt. Daarmee komen de tarieven in 2021 uit op 16% voor winsten tot € 200.000 en 21% voor het surplus.

Eigen vermogen vreemd vermogen – renteaftrek
Er wordt een generieke renteaftrekbeperking in de vorm van een earnings stripping-maatregel ingevoerd. Rente is niet langer aftrekbaar voor zover het saldo van verschuldigde en ontvangen (groeps- en derden)rente meer bedraagt dan maximaal 30% van het brutobedrijfsresultaat (EBITDA: earnings before interest, taxes, depreciation and amortization). Gekozen is voor een drempel van € 1 miljoen rente, waardoor € 1 miljoen aan rente in ieder geval aftrekbaar is. Enkele bestaande specifieke renteaftrekbeperkingen worden afgeschaft (met uitzondering van de specifieke renteaftrekbeperking gericht tegen winstdrainage). Het is echter nog niet duidelijk welke renteaftrek beperkende maatregelen worden geschrapt.

Versoberen verliesverrekening (carry forward beperken tot 6 jaar)
Momenteel is een verlies in de vpb verrekenbaar met de winst van het voorafgaande jaar (carry back) of de negen jaren daarna (carry forward). De carry forward wordt beperkt tot zes jaar.

Effectief tarief innovatiebox naar 7%
Het effectieve vpb-tarief voor de innovatiebox bedraagt op dit moment 5%. Dat wordt verhoogd naar 7%.

Beperken afschrijving gebouwen in eigen gebruik in de Vpb
Door de maatregel mogen Vpb-ondernemers een gebouw in eigen gebruik afschrijven tot maximaal 100% van de WOZ-waarde. Nu mag nog tot 50% van de WOZ-waarde worden afgeschreven.

Afschaffen dividendbelasting / invoering bronheffing
De dividendbelasting wordt afgeschaft, vermoedelijk per 1 januari 2020. In verband met het afschaffen van de dividendbelasting komt er een bronheffing op rente en royalty’s naar landen met zeer lage belastingtarieven.

Meer weten?

Heeft u na het lezen van deze samenvatting nog vragen? Neem dan gerust contact met ons op! Wij helpen u graag verder.

Bron: mr. E. de Ruiter, 3RRR Belastingadviseurs