Highlights Prinsjesdag 2023 (bron: SRA/Belastingdienst)
Welke belangrijke fiscale voorstellen voor ondernemers kwamen op Prinsjesdag 2023 uit het koffertje van minister Kaag van Financiën? Wij zetten de belangrijkste voor u op een rij:
1. Introductie minimumuurloon + onbelaste kilometervergoeding verhoogd
Nederland kent een wettelijk minimumloon. Dit minimumloon wordt per maand vastgesteld. Vanaf 2024 gaat dit veranderen en wordt het minimumloon per uur vastgesteld. Daarmee krijgt iedereen in de leeftijd van 21 jaar en ouder die werkzaam is voor het minimumloon dezelfde uurvergoeding. Een maand-, week- of dagloon is niet toegestaan.
De belastingvrije kilometervergoeding van € 0,21 per kilometer wordt per 1 januari 2024 verhoogd naar € 0,23. Dit betekent dat werkgevers meer ruimte krijgen om een onbelaste kilometervergoeding te geven.
2. Tijdelijke verruiming vrije ruimte werkkostenregeling vervalt / verruiming vrijstelling OV-abonnementen en voordeelurenkaarten
De werkkostenregeling biedt u als werkgever de mogelijkheid om uw personeel onbelast allerlei zaken te vergoeden en verstrekken. De vrije ruimte in de werkkostenregeling is in 2023 eenmalig verruimd naar 3% tot een loonsom van € 400.000. Deze verruiming komt in 2024 te vervallen. De vrije ruimte bedraagt voor 2024 1,92% voor een loonsom tot € 400.000 en 1,18% voor het meerdere. Overschrijdt u de vrije ruimte? Dan betaalt u 80% belasting via de eindheffing in de loonadministratie.
Het privégebruik van een OV-kaart of voordeelurenkaart die wordt vergoed, verstrekt of ter beschikking gesteld aan de werknemer, wordt gericht vrijgesteld. Er is geen belasting verschuldigd, mits de werknemer de OV-kaart ook (in welke mate dan ook) voor zakelijke reizen (waaronder woon-verkeer) gebruikt. Zolang de werkgever aannemelijk kan maken dat sprake is van zakelijk gebruik hoeft een werkgever geen registratie van privé- en zakelijk gebruik meer bij te houden om in aanmerking te komen voor de vrijstelling.
3. Verlaging mkb-winstvrijstelling van 14% naar 12,7% en verlaging zelfstandigenaftrek
De mkb-winstvrijstelling is een aftrekpost op de fiscale winst in de inkomstenbelasting. U krijgt deze vrijstelling als u ondernemer bent. Deze mkb-winstvrijstelling wordt per 2024 verlaagd van 14% naar 12,7%. Ondernemers betalen hierdoor belasting over een groter deel van hun winst.
De zelfstandigenaftrek is een bedrag dat ondernemers in de inkomstenbelasting mogen aftrekken van hun winst, mits ze tenminste 1.225 uur hebben gewerkt als ondernemer. De eerder ingezette verlaging van de zelfstandigenaftrek zet door en gaat van € 5.030 in 2023 naar € 3.750 in 2024. De jaarlijkse afbouw van de zelfstandigenaftrek leidt uiteindelijk tot een aftrek van € 900 in 2027.
4. Tarieven vennootschapsbelasting
De tarieven in de vennootschapsbelasting blijven ongewijzigd. Zo bedraagt het tarief vanaf 1 januari 2024 19% tot een belastbare winst van € 200.000 en het tarief van het bedrag daarboven bedraagt 25,8%.
5. Tarieven inkomstenbelasting, heffingskortingen en afschaffen betalingskorting voorlopige aanslag inkomstenbelasting
Het tarief in de 1e schijf wordt iets verhoogd: van 36,93% (2023) naar 36,97% (2024). De eerste tariefschijf wordt verlengd naar € 75.624 (€ 73.071 in 2023). Het tarief voor de tweede schijf blijft 49,50%. De arbeidskorting wordt extra verhoogd. De overige heffingskortingen worden verhoogd op basis van de inflatiecorrectie.
Tarief inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen 2024
Schijf | Belastbaar inkomen meer dan (€) | Maar niet meer dan (€) | Tarief 2024 (%) |
1e schijf | – | 75.624 | 36,97 |
2e schrijf | 75.624 | – | 49,5 |
De betalingskorting voor de voorlopige aanslag in de inkomstenbelasting wordt per 2024 volledig afgeschaft.
6. Twee tarieven aanmerkelijk belang (box 2)
Heeft u meer dan 5% van de aandelen, winstbewijzen of stemrecht in een vennootschap? Dan bent u aanmerkelijkbelanghouder. De inkomsten die u uit dit belang krijgt, zoals dividend, zijn belast in box 2 van de inkomstenbelasting. Het tarief bedraagt momenteel 26,9%.
Het tarief in box 2 wordt per 1 januari 2024 verdeeld in twee schijven: 24,5% over de eerste € 67.000 en 31% over het bedrag daarboven. Deze aanpassing was al opgenomen in het Belastingplan 2023. Met deze maatregel wil de regering aanmerkelijkbelanghouders stimuleren vaker (jaarlijks) winsten uit te keren en niet de winsten te blijven oppotten in de BV.
Bij fiscaal partnerschap beschouwt men het inkomen uit aanmerkelijk belang als gemeenschappelijk inkomensbestanddeel. Hierdoor profiteren beide partners van de lage schijf, wat betekent dat een uitkering van € 134.000 in 2024 belast wordt tegen het lage tarief.
Let op! Dividenduitkeringen hebben ook effect op de algemene heffingskorting, uw box 3-vermogen en excessief lenen. Overweeg of het voordelig is om nu dividend uit te keren, of het beter is om te wachten tot 2024 of om later in één keer een hoger bedrag aan dividend uit te keren.
7. Box 3 – Sparen en beleggen
Vooralsnog is het streven dat vanaf 2027 het daadwerkelijke rendement in box 3 wordt belast. Tot die tijd blijven fictieve rendementen het uitgangspunt. Er zijn drie categorieën: bank- en spaargelden, beleggingen en schulden.
Vanaf 2024 wordt wettelijk bepaald dat aandelen in verenigingen voor eigenaren (vve’s) tot de categorie bank- en spaargeld behoren. Ook voor gelden op een derdenrekening bij de notaris is deze ‘herkwalificatie’ van kracht.
Het heffingsvrij vermogen in box 3 wordt niet gecorrigeerd voor de inflatie. Daarnaast gaat het tarief in box 3 van 32% (2023) naar 34% in 2024.
Let op! Op 18 september 2023 heeft de advocaat-generaal geconcludeerd dat ook de Wet rechtsherstel box 3 het discriminatieverbod en het eigendomsrecht schendt. Als de Hoge Raad dit advies overneemt, kan dit gevolgen hebben voor de box 3-heffing.
8. Afschrijvingsbeperking gebouwen in de inkomstenbelasting
Voor ondernemers en resultaatgenieters in de inkomstenbelasting wordt de afschrijving op gebouwen in eigen gebruik beperkt tot de WOZ-waarde.
In de winstsfeer en in de sfeer van resultaat uit overige werkzaamheden is afschrijving op een gebouw alleen mogelijk als de boekwaarde hoger is dan de bodemwaarde van het gebouw. De bodemwaarde voor gebouwen in eigen gebruik is 50% van de WOZ-waarde en deze wordt nu 100% van de WOZ-waarde. Voor gebouwen die ter beschikking worden gesteld aan derden is de bodemwaarde al 100% van de WOZ-waarde. Is momenteel verder afgeschreven dan 100% van de WOZ-waarde? Dan wordt dit bevroren.
Met deze wijziging wordt de bodemwaarde in de inkomstenbelasting gelijk behandeld met de bodemwaarde voor ondernemingen in de vennootschapsbelasting.
9. Eerste stap in aanscherping bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) gezet
Het doel van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling (DSR) is de belemmeringen van een normale (hoge) belastingdruk bij bedrijfsopvolging zo veel mogelijk weg te nemen. U kunt dus met een fiscale stimulans het stokje doorgeven aan de volgende generatie. Daarmee speelt de BOR een belangrijke rol bij de overdracht van familiebedrijven. De BOR en het bestaansrecht ervan hebben veel aandacht gekregen en er is dan ook een verscherping aangekondigd.
Per 1 januari 2024 valt verhuurd vastgoed niet meer onder het ondernemingsvermogen, maar onder beleggingsvermogen. Verhuurd vastgoed schenken met toepassing van de BOR is dan niet meer mogelijk. Voor 2025 en 2026 zijn verdere aanscherpingen aangekondigd, zoals het afschaffen van de doelmatigheidsmarge (dat 5% van het bedrijfsvermogen uit beleggingen mag bestaan) en wijzigingen in de vrijstelling.
10. Aanschaf (bestel)auto wordt duurder
Het aanschaffen van een nieuwe auto wordt in 2025 duurder. De vaste voet van de bpm gaat dan met € 200 omhoog. De bpm is een belasting die is verschuldigd bij de aanschaf van een nieuwe auto of motor. Voor elektrische auto’s geldt volgend jaar nog een vrijstelling voor de bpm. In 2025 wordt deze vrijstelling geschrapt, waardoor de aanschafprijs van elektrische auto’s in 2025 hoger zal zijn ten opzichte van 2024.
Daarnaast komt per 1 januari 2025 de bpm-vrijstelling voor bestelauto’s te vervallen. Wilt u nog gebruikmaken van de bpm-vrijstelling voor btw-plichtige ondernemers bij de aanschaf van een bestelauto? Bestel deze dan tijdig, zodat u in 2024 nog gebruik kunt maken van de vrijstelling.
11. Afschaffen giftenaftrek voor vennootschappen
Ondernemingen die belastingplichtig zijn voor de vennootschapsbelasting kunnen zakelijke kosten aftrekken. Daaronder vallen onder andere zakelijke uitgaven die bijvoorbeeld gestoeld zijn op het MVO-beleid, sponsoring of reclame. Daarnaast geldt in de vennootschapsbelasting een regeling voor niet-zakelijke giften. Dat zijn giften die gedaan zijn zonder dat een direct ondernemingsbelang is beoogd.
In het Belastingplan 2024 is besloten de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting af te schaffen. Niet-zakelijke giften zijn daarmee niet meer aftrekbaar van de fiscale winst.
Tip! Wilt u vanuit uw vennootschap nog een gift doen aan een ANBI of SBBI binnen de 50% van uw winst met een maximum van € 100.000? Doe dit dan nog in 2023.
12. Afschaffen middelingsregeling
De laatste jaren waarover u nog kunt middelen, zijn de aangiftejaren 2022, 2023 en 2024. Dit stond al in het Belastingplan 2023. De middelingsregeling biedt een tegemoetkoming voor het progressienadeel dat kan ontstaan als u een sterk wisselend inkomen in box 1 heeft in drie aaneengesloten jaren.
13. Schenkingsvrijstelling eigen woning afgeschaft
De verruimde schenkingsvrijstelling voor de eigen woning (ook wel de jubelton genoemd) wordt per 1 januari 2024 volledig afgeschaft. In aanloop daartoe was deze vrijstelling van € 106.671 (2022) per 1 januari 2023 al verlaagd tot € 28.947.
14. Energie-investeringsaftrek (EIA) versoberd
Investeert u als ondernemer in energievriendelijke bedrijfsmiddelen? Dan is het mogelijk om een bepaald percentage over het investeringsbedrag direct af te trekken van de winst via de energie-investeringsaftrek (EIA). Doordat de winst daarmee lager uitvalt, bespaart de ondernemer belasting. Voor het jaar 2023 is het percentage 45,5%. Dit percentage wordt met ingang van 2024 verlaagd naar 40%. Daarnaast wordt de Energielijst aangepast. De exacte invulling wordt in het vierde kwartaal van 2023 vastgesteld.
15. Meer rapportageverplichtingen
Vanaf 1 januari 2024 gaat een aantal nieuwe rapportageverplichtingen in. Zo worden werkgevers met meer dan 100 werknemers verplicht om de CO2-uitstoot van hun personeel bij te houden. Daarnaast worden betalingsdienstaanbieders verplicht om onder voorwaarden alle betaaldata van grensoverschrijdende transacties te delen met de Belastingdienst, met als doel om btw-fraude tegen te gaan. Ten slotte moeten digitale platformen voor het eerst rapporteren over hun verkopers.