Werkgevers die werknemers in dienst hebben met een loon tussen de 100% en 120% van het wettelijk minimumloon hebben vanaf 2017 een loonkostenvoordeel. Dit voordeel kan oplopen tot € 1,01 per verloond uur. Dit staat in het wetsvoorstel ‘Wet tegemoetkoming loondomein’, dat op Prinsjesdag aan de Tweede Kamer is aangeboden.

Lage-inkomensvoordeel (LIV)
Het loonkostenvoordeel wordt lage-inkomensvoordeel (LIV) genoemd. Het LIV wordt vormgegeven als een vast bedrag per gemiddeld verloond uur. Hierbij geldt wel een jaarmaximum.
Hoogte loon 100% tot 110% van het wettelijk minimumloon 110% tot 120% van het wettelijk minimumloon.

Bedrag gemiddeld verloond uur € 1,01 per uur € 0,51 per uur
Maximale hoogte LIV per jaar € 2.000 per jaar € 1.000 per jaar

Voorwaarden
Om in aanmerking te komen voor het LIV moet de werknemer:
• Een loon verdienen van minimaal 100% en maximaal 120% van het wettelijk minimumloon dat geldt voor een 23-jarige of ouder;
• Minimaal 1248 verloonde uren per jaar bij de werkgever hebben, en;
• De AOW-gerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt.

Tip: Voor een werknemer die jonger is dan 23 kan de werkgever ook recht hebben op het LIV als deze werknemer minimaal 100% en maximaal 120% van het wettelijke minimumloon dat geldt voor een 23 jarige verdient.