1. Huidige reiskostenvergoedingen onder de loep
Het ministerie van Financiën gaat dit jaar, 2022, nog onderzoek doen naar de reiskostenvergoeding van werknemers. Dit blijkt uit antwoord op Kamervragen over de invloed van de gestegen brandstofprijzen op het woon-werkverkeer.
Reiskostenvergoeding in CAO
Bekend is dat een reiskostenvergoeding voor het woon-werkverkeer in 51 van de 98 grootste CAO’s is opgenomen. De vergoeding ligt vaker op of boven, dan onder de vrijgestelde vergoeding van 19 eurocent per kilometer. De vergoeding in de betreffende CAO’s varieert van 8 tot 40 eurocent per kilometer.
Onderzoek
In het aangekondigde onderzoek zal worden bekeken welk deel van de werkgevers een onbelaste reiskostenvergoeding geeft aan werknemers met vervoerskosten en tot welk bedrag. Ook wordt meegenomen hoe dit is verdeeld over verschillende kilometerklassen, inkomensklassen, soort werk en soort vervoermiddel. De uitkomsten van het onderzoek zullen nog in 2022 verschijnen.
Verlaging accijns en btw
Het ministerie heeft met betrekking tot de Kamervragen ook gewezen op de accijnsverlaging en de aangekondigde btw-verlaging op brandstoffen per 1 juli 2022. Gewezen wordt verder op het feit dat in het coalitieakkoord al het voornemen is opgenomen de belastingvrije vergoeding voor reiskosten te verhogen. De Tweede Kamer heeft er via een motie al op aangedrongen deze verhoogde vrijstelling eerder in te voeren dan de geplande datum van 1 januari 2024.
Tip!
Een hogere onbelaste vergoeding dan € 0,19 per kilometer kan wel via de werkkostenregeling worden verstrekt (ten laste van de vrije ruimte).
Het kabinet wijst er wel op dat de verhoging van de belastingvrije vergoeding slechts de mogelijkheid biedt aan werkgevers en werknemers om hierover afspraken te maken en dat het kabinet zelf hierover niets heeft te zeggen. Een werkgever is derhalve niet verplicht om tot verhoging over te gaan.
_______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
2. Wettelijk minimumloon per 1 juli 2022 verhoogd
Het wettelijk minimumloon gaat per 1 juli 2022 omhoog naar € 1756,20 bruto per maand, € 405,30 bruto per week en € 81,61 bruto per dag. Mogelijk gaat het minimumloon sneller omhoog naar € 14,00 per uur. Daarover wordt nog overleg gevoerd door het kabinet met de verschillende oppositiepartijen.
Vaste percentages voor jongere werknemers
Alle werknemers die het minimumloon betaald krijgen, gaan er 1,81% op vooruit. De bedragen gelden voor werknemers die fulltime werken.
Leeftijd % Per maand Per week Per dag
21 jaar en ouder 100% € 1756,20 € 405,30 € 81,06
20 jaar 80% € 1404,95 € 324,25 € 64,85
19 jaar 60% € 1053,70 € 243,20 € 48,64
18 jaar 50% € 878,10 € 202,65 € 40,53
17 jaar 39,5% € 693,70 € 160,10 € 32,02
16 jaar 34,5% € 605,90 € 139,85 € 27,97
15 jaar 30% € 526,85 € 121,60 € 24,32
Het brutominimumloon per uur bij een normale arbeidsduur voor een fulltime dienstverband:
Leeftijd 36 uur per week 38 uur per week 40 uur per week
21 jaar en ouder € 11,26 € 10,67 € 10,14
20 jaar € 9,01 € 8,54 € 8,11
19 jaar € 6,76 € 6,40 € 6,08
18 jaar € 5,63 € 5,34 € 5,07
17 jaar € 4,45 € 4,22 € 4,01
16 jaar € 3,89 € 3,69 € 3,50
15 jaar € 3,38 € 3,20 € 3,04
Voor parttimers loon naar rato
Werkt een werknemer minder dan fulltime, dan geldt ook een lager minimumloon. Dat is afhankelijk van wat uw organisatie als fulltime werkweek hanteert.
Voor BBL gelden andere percentages
Voor werknemers van 18 tot en met 20 jaar die werken op basis van een arbeidsovereenkomst in verband met een beroepsbegeleidende leerweg (BBL), gelden andere percentages.
Leeftijd % Per maand Per week Per dag
20 jaar 61,50% € 1080,05 € 249,25 € 49,85
19 jaar 52,50% € 922,00 € 212,80 € 42,56
18 jaar 45,50% € 799,05 € 184,40 € 36,88
Het brutominimumloon per uur bij een normale arbeidsduur voor een fulltime dienstverband:
Leeftijd 36 uur per week 38 uur per week 40 uur per week
20 jaar € 6,93 € 6,56 € 6,24
19 jaar € 5,92 € 5,60 € 5,32
18 jaar € 5,13 € 4,86 € 4,61
Het minimumloon is gekoppeld aan de gemiddelde contractloonontwikkeling.
Minimumloon gekoppeld aan gemiddelde contractloonstijging. Dat is geregeld in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML). Uitgangspunt is dat welvaartsontwikkeling ook merkbaar moet zijn voor werknemers met een minimumloon en voor uitkeringsgerechtigden.
Er wordt uitgegaan van de gemiddelde procentuele ontwikkeling van de contractlonen in de marktsector, de gepremieerde en gesubsidieerde sector en bij de overheid. Het minimumloon wordt twee keer per jaar verhoogd, in januari en in juli.
Versnelde verhoging naar € 14 bruto per uur?
Wanneer sprake is van een bovenmatige loonontwikkeling of als heel veel mensen gebruik moeten maken van sociale zekerheidsregelingen, kan door de minister worden afgeweken van de gemiddelde contractloonontwikkeling. Dat is nu actueel, gezien de hoge inflatie. Mogelijk wordt om die reden het minimumloon sneller verhoogd naar € 14 per uur. Deze verhoging was al afgesproken in het coalitieakkoord, maar wordt nu waarschijnlijk vervroegd.
_______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
3. Langere betalingsregeling mogelijk bij de Belastingdienst?
Vanaf 1 april 2022 verleent de Belastingdienst geen bijzonder uitstel van betaling meer in verband met de coronacrisis. Als u voor nieuwe schulden uitstel van betaling nodig heeft, moet u dus voldoen aan het reguliere uitstelbeleid van de Belastingdienst. Voor uitstelverzoeken die tot en met 30 september 2022 worden ingediend, geldt tijdelijk wel mogelijk een langere betalingstermijn.
Maximale termijn twaalf maanden
De maximale termijn van een betalingsregeling voor ondernemers bedraagt twaalf maanden. Deze termijn van twaalf maanden vangt normaal gesproken aan vanaf de uiterste betaaldatum van de belastingaanslag. De staatssecretaris staat echter tijdelijk toe dat de termijn van twaalf maanden aanvangt vanaf het moment dat de ontvanger de betalingsregeling bij beschikking toestaat.
Voorbeeld
Een naheffingsaanslag omzetbelasting 1e kwartaal 2022 met dagtekening 12 mei 2022 heeft als uiterste betaaldatum 26 mei 2022. Als de Belastingdienst een betalingsregeling toestaat, dan loopt deze normaal gesproken maximaal tot en met 26 mei 2023. Beslist de Belastingdienst op 1 augustus 2022 dat hij een betalingsregeling toestaat, dan loopt de maximale betalingsregeling tot en met 31 juli 2023 in plaats van tot en met 26 mei 2023.
Uiterste termijn 30 september 2022
De versoepeling in de termijn van de betalingsregeling geldt voor alle verzoeken om uitstel van betaling die ondernemers tot en met 30 september 2022 indienen.
Tip!
Diende u al vóór 1 april 2022 een verzoek om uitstel van betaling in? En is daar door de Belastingdienst nog niet op beslist? Dan geldt de versoepeling ook.
Andere voorwaarden uitstel van betaling
De andere voorwaarden voor het uitstel van betaling zijn ongewijzigd. Zo zal de Belastingdienst u over het algemeen bijvoorbeeld geen uitstel van betaling verlenen als niet voldoende zekerheid kunt stellen.
_______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
4. Nieuwe Wet betaald ouderschapsverlof vanaf 2 augustus 2022
De nieuwe Wet betaald ouderschapsverlof (WBO) gaat in 2022 van kracht. Daarin is geregeld dat werknemers vanaf 2 augustus 2022 recht hebben op een uitkering van UWV als zij ouderschapsverlof opnemen. Deze wet is een wijziging van de Wet Arbeid en Zorg (WAZO).
De totale omvang van het (onbetaalde) ouderschapsverlof bedraagt 26 maal de wekelijkse arbeidsduur. Dit verlof kan opgenomen worden tot aan de dag waarop het kind van de werknemer de leeftijd van acht jaar bereikt.
In de WBO is nu geregeld dat een werknemer die ouderschapsverlof opneemt, gedurende negen weken recht heeft op betaald ouderschapsverlof in de vorm van een uitkering van het UWV ter hoogte van 70% van het maximumdagloon. Een werknemer heeft alleen recht op deze uitkering als het betaalde ouderschapsverlof wordt opgenomen vóór de datum waarop het kind de leeftijd van één jaar bereikt. Dit biedt werknemers extra tijd om te wennen aan de nieuwe gezinssituatie.
Welke werknemers komen in aanmerking?
– de werknemer die in familierechtelijke betrekking tot het kind staat;
– de werknemer die volgens de basisregistratie personen op hetzelfde adres woont als het kind en duurzaam de verzorging en opvoeding van het kind als een eigen kind op zich heeft genomen.
Voor het aanvragen van een uitkering van het UWV is het noodzakelijk dat de werknemer een arbeidsovereenkomst of een publiekrechtelijke aanstelling heeft (ambtenaren). De aanvraag loopt via de werkgever.
Ook voor de dga!
Met de wijziging van de WAZO echter komen directeur-grootaandeelhouders, alfahulpen en particuliere huishoudelijke hulpen ook in aanmerking voor betaald ouderschapsverlof. Zij kunnen de aanvraag rechtstreeks indienen bij het UWV.
Europese richtlijn
De wetswijziging volgt op een Europese richtlijn die voorschrijft dat lidstaten moeten zorgen voor twee maanden betaald ouderschapsverlof. Landen krijgen drie jaar de tijd om dit te regelen.